Ekklesia, zondag 8 mei 2011
Woord ten geleide
Welkom hier, u allen, van dichtbij of van heinde en ver. Welkom in deze oude schuilkerk waar al sinds 1630 wordt gezongen en gebeden. Rondom het Boek dat Bijbel heet en dat ook wel, kortweg, wordt genoemd ‘Het woord’. ‘In den beginne het woord, roeping, opdracht en zegen’.
Welkom met name jullie die je kind vandaag ten doop houden:
– Marieke Miltenburg en Arjen Boekholt
– Marion Kruizinga en Sandro Dirckx
– Anne Claire Visser en Rob Elders
– Nienke Prein en Joost Overgaauw
– Willemijn de Jong en Merel de Vries
– Shirley Coelho en Tom van de Vliet
Hartelijk welkom, jullie mèt jullie familieleden en vrienden.
In Syrië eenentwintig doden na het vrijdaggebed. Gisteren dertig. Dertig maal één mens.
Zeshonderd bootvluchtelingen uit Libië.
Deze bijeenkomst moge ons geven kracht dat wij niet wanhopen aan ooit vrede op aarde.
Lezing
In de zesde maand werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad van Galilea met de naam Nazaret,
naar een meisje nog maagd dat was uitgehuwelijkt aan een man
met de naam Jozef, uit het huis van David –
de naam van het meisje was Marjam.
Hij kwam bij haar binnen en sprak:
Verheug je, jij begenadigde, JHWH is met jou.
Geschokt door dit woord
vroeg zij zich af waarom zij zo werd begroet.
De engel sprak tot haar:
Vrees niet, Marjam,
want jij hebt genade gevonden bij God.
Zie, jij zult ontvangen in je buik
en jij zult baren een zoon
en jij zult roepen zijn naam ‘Jezus’-JHWH bevrijdt.
-Lukas 1 vers 26-31
Dertig jaar was hij toen hem het goede nieuws bereikte
dat een profeet was opgestaan.
In het jaar vijftien van de heerschappij van Tiberius,
de goddelijke keizer,
toen Pontius Pilatus over Juda landvoogd was,
toen Kajafas en Annas hogepriester waren,
geschiedde aan Johannes, zoon van Zacharia,
het woord van God, in de woestijn.
Hij ging door de streek van de Jordaan,
oproepend tot een doop van omkeer
en bevrijding uit zondenlast en niet te dragen wanhoop.
Zoals geschreven staat in de boekrol van Jesaja de profeet:
‘Vrij baan voor onze God
en alle vlees zal zien
bevrijding van Godswege.’
In lange rijen stond het volk te wachten op de verademing der doop,
genezend teken.
Ook hij is in zo’n lange rij gaan staan.
-Lukas 3 vers 1-6
Toespraak
1.
Geboren zijn is vreemd geluk
en veel geboortepijn.
Maar als ik niet geboren was
dan zou ik hier niet zijn.
En als jij niet geboren was, dan zou jij hier niet zijn, hier niet en nergens. Dat is het geheim van ‘geboren-zijn’: dat je bent, dat je bestaat, niet meer weg te denken. En nu maar hopen dat andere ‘geboren’ mensen het goed vinden dat jij bestaat, dat jij hier bent.
Bamba Kamara is 28 jaar. Hij is geboren in 1982 in Sierra Leone, een land in West-Afrika. In 1991 brak daar een burgeroorlog uit, een broeder-en-zusteroorlog, Bamba Kamara was toen negen jaar. Wat hij zag en hoorde, een brandende , schreeuwende stad, kroop diep in zijn ziel. Elf jaar duurde die verschrikking, tot 2002. In dat jaar vluchtte hij naar Nederland. Hij kreeg een tijdelijke verblijfsvergunning, en had vier goeie jaren; hij leerde Nederlands en had een baan bij de ‘Groenvoorziening’ in Rotterdam – schoffelen, maaien, dat vond hij fijn. In 2006 liep zijn verblijfsvergunning af. Er volgde vier jaar zwerven. En wat diep in zijn ziel was gekropen, kwam boven in nachtmerries, angstaanvallen. De arts die hem behandelde, schreef dat hij leed aan een ‘posttraumatisch stresssyndroom’ en een depressieve stoornis met suïcidale elementen. De aanvraag van een nieuwe verblijfsvergunning werd door het IND afgewezen: Sierra Leone is veilig, heet het. Hij kan daar wel niet voor zijn ziekte behandeld worden, maar dat kan wèl in het buurland Senegal. Ja, maar daar spreken ze Frans en geen Engels zoals in Sierra Leone, en ook geen Nederlands. Nou, dan moet hij maar een tolk nemen, zegt het IND. De Haagse rechtbank verwierp dat argument. Het IND is in hoger beroep gegaan: Bamba Kamara moet en zal wèg. Het wachten is op de uitspraak van de Raad van State. ‘Geboren zijn is vreemd geluk’.
‘Verheug je begenadigde’, zo heeft ooit een engel tot zijn moeder gesproken, ‘verheug je want jij zult baren een zoon.’
2.
Kunnen wij iets doen? Een smeekschrift aan de Raad van State ondertekenen? Zijn naam rondtwitteren: Bamba Kamara moet in Nederland blijven? Zou het iets uithalen? De helft van de Nederlandse bevolking vindt het wel goed, dat wrede regeringsbeleid, lijkt het – lÃjkt het, ik wil het niet geloven, ik speur naar verontwaardiging en protest. Hier en daar klinkt protest.
Wij spreken en zingen in deze ekklesia veertig zondagen per jaar over een nieuwe wereld, een betere, dat die komen zal, komen moet, maar hoe? Waar protest klinkt tegen dat wrede beleid, dáár klinkt de stem van die nieuwe wereld. Nieuw is een wereld waar menslievender èn realistischer gedacht wordt dan in de trant van ‘dan moet hij maar een tolk nemen’. Wij hier proberen die kleine stem, de zachte schreeuw van een nieuwe wereld te versterken. En als je hier je kinderen laat dopen, dan spreek je de hoop uit, dat ook zij ooit die stem zullen horen.
3. Het heelal waarin wij samen met Bamba Kamara leven, bewegen en zijn, is ruim 13 miljard jaar oud volgens de Bigbangtheorie. Nu even niet duizelig worden: 13 miljard. En deze aarde – ’aarde, mijn aarde, mijn moeders huis’- is 4,6 miljard jaar oud. Wie kan zich iets voorstellen bij die getallen? Maar het staat op Wikipedia.
En op die aarde wandelde ruim 4 miljoen jaar geleden een ‘mensachtig wezen’. En 3 miljoen 875 duizend jaar later was dat mensachtige wezen geëvolueerd tot homo sapiens, onze stamvader zeg maar. En dat is dus vandaag precies 125.000 jaar geleden. Er zijn volgens Wikipedia ook andere schattingen maar wij houden het op 4 miljoen en 125.000 – daar kunnen we ons wèl iets bij voorstellen, dankzij de bonussencultuur. En in de lijn van die eerste homo sapiens – 125.000 jaar geleden – in die lichtstroom, in die ademtocht, zijn Joep en Madeleine geboren, en Gijs en Jonas, en Imme en Niels. En Bamba Kamara.
En als wij dat niet zouden vieren, dat ontzagwekkend wonder dat wij ‘evolutie’ noemen, geboorte na geboorte, ontelbare geslachten, dan hadden we net zo goed zilvervogels of goudvissen kunnen worden.
4. Zoals wij ons de duur van het verleden, de groeitijd van heelal, aarde en mensheid niet kunnen voorstellen, zo ook niet de lange duur van de toekomst. Wanneer zal het zijn dat mensen, uit óns geboren, uit onze kinderen geboren, geëvolueerd zijn tot ‘een nieuwe wereld’?
Ik wou de hele wereld
wel gelukkig zien vandaag.
Bestaat een god die in één tel
kan doen wat ik nu vraag?
Of duurt het jaren tien miljoen
voordat het zover is?
Als ik dan nog maar mee mag doen,
ontwaakt uit duisternis.
De filmer Paul Verhoeven – die van ‘Zwartboek’, over de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog in Nederland, en zwarter kan het niet, en zo verschrikkelijk waar was het ècht – Paul Verhoeven heeft eens gezegd dat wij/ mensheid over drie miljoen jaar misschien wel in staat zijn onze vijanden lief te hebben en het Koninkrijk van God, zoals Jezus het bedoelde, mee te maken. Ja, denk ik, waarom zouden we dat niet hopen, op zo’n apotheose van de evolutie.
In de eerste eeuw van de Jezusbeweging waaruit deze ekklesia geboren is, werd in andere bewoordingen maar even vurig gehoopt: dat ooit de dood, die laatste vijand overwonnen zal zijn, onderworpen – de dood gedood – en dan (schrijft Paulus, de stichter van de Jezusbeweging) dan zal God alles zijn in allen.
Over drie, over tien miljoen jaar? Vanaf vandaag gerekend, 8 mei 2011?
5.
Vandaag vieren wij, dat uit 125 duizend jaar geboorte en groei en voortgaande levenskracht deze zes kinderen ter wereld zijn gekomen. En wij dopen ze in het grote bijbelse nieuwe- wereld-verhaal. Dat verhaal gaat over mensen, over verlangen en hartstocht en liefde, over lijden en sterven, vallen en opstaan, en over liefde. Heb liefde tot je naaste die een mens zoals jij – en die woorden komen uit de mond van ‘God’. Ja, er komt een god voor in dat verhaal; een god met een unieke naam: ‘Ik zal er zijn’, een naam die precies zegt wat onze bestemming is: er te zijn voor elkaar, in lief en leed, zo goed als god te zijn voor elkaar.
Om deze God te onderscheiden van alles wat in deze wereld ‘god’ genoemd wordt, dopen wij in de naam van ‘God- Ik zal er zijn’. En omdat in onze religieuze traditie deze God van liefde herkend is in het leven van Jezus van Nazareth, dopen wij ‘in de naam van Jezus: hebt elkander lief’. En omdat in onze religieuze traditie ieder nieuw begin wordt toegeschreven aan de heilige geest die ìn en dóór ons werkt, dopen wij in kracht van de Geest, die het aangezicht van deze aarde zal vernieuwen. Grote volgeladen woorden? Ja, maar niet te groot om bij de geboorteviering van jullie kinderen uit te spreken.