Huub Oosterhuis over een aanstekelijk feest – Pinkpod

Beluister de Pinkpod op Soundcloud door linksboven op de playknop te klikken

Pinksteren is het feest van de ‘heilige geest’. Steeds minder Nederlandse jeugd, steeds minder mensen onder de veertig/vijftig, weten wat Pinksteren betekent. 

Pinksteren betekent ‘de vijftigste dag’. Hoezo ‘vijftigste dag’? De vijftigste dag na Pasen. Pasen – Pesach is oorspronkelijk een Joods feest: de herdenking van de uittocht uit de slavernij van Egypte – feest van bevrijding. Het is door de christenen overgenomen, maar zij vieren met Pasen de opstanding van Jezus, de bevrijding uit de slavernij van de dood.

Pinksteren is van oorsprong ook een Joods feest – sjavoeot – het feest van de gave van de Thora, van de Tien Woorden, die wij beter kennen als de ‘tien geboden’. Die werden zeven weken na de uittocht aan Mozes gegeven werden op de berg Sinaï, gegrift in twee stenen tafelen. Woorden ter bescherming van het leven. Tien Woorden tegen de dood. 

In de christelijke traditie wordt met Pinksteren gevierd dat de geest van die Tien Woorden neerdaalde in de harten en zielen van Jezus’ volgelingen die na zijn moorddadige dood, bevroren van angst in quarantaine bijeen zitten.

In het Bijbelboek ‘Handelingen der apostelen’ wordt dat zo beschreven: 
En toen de vijftig dagen waren vervuld
waren allen tezamen onder één dak.
En plotseling uit de hemel 
geraas, als van een geweldige adem die komt
en vol daarvan werd heel het huis waar zij zaten.
En zij zagen: tongen als van vuur dat zich in vlammen deelt
en het zette zich neer op ieder van hen
en vervuld werden allen van Heilige Geest
en zij begonnen te spreken met andere tongen
wat de geest hun te spreken gaf.

Op de dag van Jezus’ dood is zijn visioen van vrijheid en gerechtigheid dus niet afgestorven; het laait weer op. Nadat ze vervuld zijn van heilige geestkracht, hebben zijn volgelingen zich verbonden aan elkaar om die droom hoog te houden. Zo werd de ‘ekklesia’ geboren, de gemeenschap waarover het boek Handelingen zegt: ‘Zij waren één van hart en hadden alles gemeenschappelijk; er ging een grote kracht van hen uit, want niemand was in nood of leed gebrek’. 

Pinksteren gaat over ons, zoals heel de bijbel een boek ‘van mensen over mensen’ is. Het ondervraagt ons of dat visioen van bevrijding en gemeenschap ook onze ‘laatste waarheid’ is, dat wat ons doet leven, doet vlammen.

In het achthonderd jaar oude Pinksterlied Veni sancte spiritus krijgt de heilige geest  allemaal ‘koosnamen’, zoals ‘armeluisvader’, ‘hartenjager’, ‘lieve zielsbewoner’, ‘mijn vriend, mijn schaduw’. 

En ook wordt zij – want de geest is geen macho -, ‘Even rusten’ genoemd, een ogenblik vertoeven in ‘het land van rust en vrede’. Als Pinksteren in deze rusteloze tijden vol onvrede dat zou kunnen betekenen: Even rusten voor tobbers en zwoegers en verzorgers.

HIERHEEN ADEM

Hierheen, Adem, steek mij aan,
stuur mij uit jouw verste verte
golven licht.

Welkom armeluisvader
welkom opperschenker
welkom hartenjager.

Beste tranendroger
lieve zielsbewoner
mijn vriend mijn schaduw.

Even rusten
voor tobbers en zwoegers, voor
krampachtigen een verademing, ben je.

Onmogelijk mooi licht,
overstroom de afgrond
van mijn hart, jou zo vertrouwd.

God ben jij, zonder jou
is alles nacht en ontij,
wreedheid, schuld,

maar jij maakt schoon.
Verflenst mijn bloem, geef water
zalf mijn wonden.

Stijf sta ik, toegang verboden,
ijzig – ontdooi mij, koester mij.
Vreemd ga ik, zoek mij.

Ik zeg ja jij, doe nee.
Vergeld mijn twijfel met vriendschap
zeven maal duizend maal.

Niets ben ik zonder jou.
Dood wil ik naar jou toe.
Dan zal ik lachen.

Vrij naar de Pinkstersequens `Veni sancte spiritus’.
Huub Oosterhuis, Stilte zingen, blz. 384-385