Doop Jonathan

Dopen klinkt naar God. In alle godsdiensten wordt God ‘licht’ genoemd.

Ekklesia, 9 juni 2013

1.
Lieve vrienden, lieve Janneke en Pieter.
Dopen klinkt naar God. In alle godsdiensten wordt God ‘licht’ genoemd. In de bijbel-joodse godsdienst, die onze ‘aangenomen moeder’ is, staat geschreven, wordt gezegd en gezongen: ‘God is licht, en in Hem is geen spoor van duisternis’. Het bijbels joodse verhaal over God is een schitterlichtverte- verhaal.

Schitterend licht
uit duizend bewegingen water,
wind over water prevelend.
Aanstormend opspattend water.
Zoals ik, ziende de zon op het water
het eeuwige licht denk
zo, mijn ogen verdwalend
in waterlichtverte
denk ik dat God bestaat
die, over donkere afgrond
licht heeft geroepen – schittergedachte
schitterlichtverteverhaal.

Schitterend licht uit duizend bewegingen water, wind over water prevelend. Aanstormend opspattend water. Zoals ik, ziende de zon op het water het eeuwige licht denk zo, mijn ogen verdwalend in waterlichtverte denk ik dat God bestaat die, over donkere afgrond licht heeft geroepen – schittergedachte schitterlichtverteverhaal. Licht dat ons aanstoot in de morgen, lichtstem: wie ben je, jij daar, mens, waar sta je voor; ga jij, ik stuur jou naar mensen die je nodig hebben, naar één mens. Als je voelt dat je als geroepen komt, mag je weten: het was die stem die mij riep, die mij een tipje van licht gaf.

2.
Een duistere zaak is de wereld. Maar er zijn mensen van licht. Een duistere zaak? De wereld is veranderd – dat is een veelgehoorde wijsheid, wanneer precies weet niemand, en hoe precies weet ook niemand. Door de val van de Berlijnse muur in 1989 of in de vroege morgen van 11 september 1973 in Chili, toen daar met groot geweld het systeem van de vrije markt werd gevestigd? Sindsdien is de wereld veranderd. Wij hebben het nog nooit zo goed gehad. Al bijna zeventig jaar geen oorlog in West-Europa. Srebrenica ligt niet in West-Europa. Wat geweldaanslagen, gewone moorden en kindermisbruik, en zelfmoord. Maar het onderwijs is nog nooit zo goed geweest.

Hoe lees je de feiten, de tijd waarin je leeft? Het is een tijd van ‘tweedeling’, scherper èn hopelozer dan ooit. Het heersende economische systeem komt ten goede aan tweederde van de wereldbevolking, twee op de drie mensen. Het komt ‘ten slechte’ aan één op de drie, éénderde van de wereldbevolking.

Geen andere mensen dan Jaap en Jonathan en hun ouders. Zij vormen een onderklasse in een onderwereld.
Kleine boeren die nauwelijks overleven, arbeiders die slechts enkele dagen per maand werk vinden en hun gezin niet kunnen onderhouden, economische vluchtelingen, mensen zonder toegang tot voorzieningen, permanent werklozen, sloppenbewoners, asielzoekers. Volgens alle wetenschappelijke inschattingen zijn zij kansloos, één op de drie zo ongeveer. Tweeëneenhalf miljard mensen. Jan Pronk noemt dat ‘onwrikbare ongelijkheid’, en ‘nieuwe apartheid’. Hij denkt dat er nog iets aan te doen is.

3.
Wek mijn zachtheid weer, geef mij terug de ogen van een kind. Dat ik zie wat is en mij toevertrouw en het licht niet haat – mij niet van het levenslicht beroof, niemand van het levenslicht beroof, geen kind, niet hier, niet in Bangladesh. En mij toevertrouw aan die lichtwoorden ooit ontvangen: red hen die geen verweer hebben; en dat niets onmogelijk is bij God die licht is. Hij zal de tranen uit je ogen wissen en de dood zal niet meer zijn, voor drie van de drie.

Dat is liefdestaal. Zoals je zegt van iemand die je bewondert en liefhebt: zij is ‘licht van licht’. Zoals je van Jaap en Jonathan zegt ‘geboren niet gemaakt’ – ja verwekt, natuurlijk ‘kinderen maken’ heet dat. Maar eenmaal geboren zijn ze niet meer ‘gemaakt’ maar ontvangen, en van alle eeuwigheid en vóór de schepping van hemel en aarde al gewild en gekend.

Ik was nog ongeboren
Jij had mij al gezien –
voordat ik bomen zag –
voordat de zee mij riep –
en als je dood bent
dan nog leef je in mij.

Zo is het en zo moge het zijn, niet voor twee van de drie geboren mensen – en één mag wegrotten in de onderwereld. Maar voor drie van de drie, overal, in een nieuwe wereld. Gedenk uw mensen dat wij niet vergeefs geboren zijn.

Nu laat ons dopen en roepen zijn naam.